Menig leidinggevende verzucht weleens dat zijn personeel weinig initiatief
toont of dat er juist een chaotische sfeer op de afdeling heerst. Volgens
arbeids- en organisatiepsycholoog Brend Seinen begint de oplossing van
dergelijke problemen bij de manager zelf.

Iedere leidinggevende is een mens, stelt Seinen, dus heeft hij verschillende
eigenschappen. Zijn sterke kanten kunnen vanwege zijn machtpositie het beste uit
zijn medewerkers halen, maar tegelijk kunnen zijn zwakke punten het welbevinden
van de mensen op de werkvloer juist negatief beïnvloeden. In zijn boek ”Ben jij wel
een gezonde baas?” wil Seinen managers zich hier bewust van maken.

Er zijn al veel boeken voor managers en leidinggevenden. Wat maakt uw boek
anders?

„De meeste boeken focussen zich op bepaalde gedragskenmerken die een goede
leider zou moeten hebben; alsof alleen een bepaald type mensen in staat zou zijn tot
goed leiderschap. In die boeken gaat het vooral om het gedrag, om de buitenkant.
In mijn boek raad ik leidinggevenden aan om de blik naar binnen te richten. Je zult
beter leiding kunnen geven als je innerlijk in evenwicht bent. Zo zal een drammerige
werkgever niet het beste uit zijn personeel halen, maar een lakse leidinggevende
evenmin. De gulden middenweg is belangrijk.”

Hoe komt het dat managers niet altijd innerlijk in balans zijn?

„Dat heeft vaak te maken met wat iemand vroeger geleerd heeft. Een leidinggevende
die een vasthoudend karakter heeft, heeft in zijn jeugd wellicht geleerd dat het een
rommel wordt als hij zijn focus verliest.
Maar als manager zou hij er verstandig aan doen om ook weleens de teugels te laten
vieren, zodat het personeel met eigen initiatieven kan komen. Een leidinggevende
kan meerdere blinde vlekken hebben, die van invloed zijn op zijn werkomgeving.”

Wat kan een leidinggevende doen om van die blinde vlekken af te komen?

„Door zijn collega’s en medewerkers om feedback te vragen. Dat is niet altijd
makkelijk. Lang niet iedereen durft eerlijk zijn mening te geven, terwijl anderen juist
boude uitspraken kunnen doen. Het is dus belangrijk om een vertrouwelijke sfeer te
creëren. Dat kan bijvoorbeeld door een collega van HR het gesprek te laten leiden.”

Mensen werken vaak vanuit huis en hebben slechts sporadisch met hun
manager te maken. Overschat u de rol van een leidinggevende niet?

„Werknemers werken inderdaad steeds vaker thuis, al zie ik ook dat steeds meer
bedrijven van hun personeel vragen om vaker naar kantoor te komen. Maar hoe je
het ook wendt of keert, op cruciale momenten heeft een werknemer nog steeds met zijn leidinggevende te maken. Denk aan het jaarlijkse beoordelingsgesprek. Daar kan veel van afhangen, zoals een promotie of een hoger salaris. Ook dan is eenwerknemer gebaat bij een evenwichtige leidinggevende, die in staat is om zonder al
te veel vooroordelen zo’n gesprek in te gaan.”

Kan een evenwichtige manager eraan bijdragen om personeel voor een bedrijf
te behouden?

„Zeker. Werknemers verlaten niet zelden een bedrijf omdat hun manager
bijvoorbeeld te dominant is. Maar het andere uiterste, een lakse leidinggevende die
weinig sturing geeft, kan er ook toe leiden dat personeel vertrekt. Een manager die
de gulden middenweg bewandelt, zorgt voor een gebalanceerde werkomgeving
waarin werknemers goed kunnen gedijen. Als de werksfeer prettig is, zullen
werknemers minder snel naar een andere werkgever zoeken.”